Suriname
Algemeen
Suriname is bijna vier keer zo groot als Nederland. Bijna 80 procent van het land bestaat uit tropisch regenwoud.
De hoofdstad van Suriname is Paramaribo met haar 290.000 inwoners een stad van betekenis.
Op 25 november 1975 werd Suriname een republiek en onafhankelijk van Nederland.In Suriname wonen naar schatting 500.000
mensen.De indianen zijn de oorspronkelijke bewoners. In de loop van de tijd hebben zich bosnegers, creolen, joden,
Chinezen, Hindoestanen, Javanen, Libanezen, Europeanen en mensen uit buurlanden zich gevestigd in Suriname.
Nederlands is de officiële voertaal, maar in de praktijk is het slechts een van de vele talen die men in Suriname spreekt. Iedereen spreekt Nederlands, maar iedere bevolkingsgroep spreekt tevens haar eigen taal, bijvoorbeeld Hindi, Saramaccaans of Javaans.
Suriname kent een tropisch regenwoudklimaat, warm en vochtig. De temperatuur is gemiddeld 27 C. De enige afwisseling in het klimaat zijn de droge en natte tijden. In januari is er een kleine regentijd, met een uitloper in februari. De grote regentijd is van april tot en met augustus. Maar de zon laat zich iedere dag zien. Zelfs in de regentijd schijnt de zon een paar uur. Omdat Suriname dichtbij de evenaar ligt, is er slechts een korte schemering. Tussen zes uur 's avond en half zeven gaat de zon onder en is het daarna donker.
De kust van Suriname is vlak; uitgestrekte modderbanken wisselen af met schelp- en zandstranden. Het is moerassig gebied met 'zwampbossen', laagbos typisch voor moerasgebied. Ten zuiden van de kustvlakte ligt van oost naar west de savannegordel, met witte zandvlakten en savannebegroeiing. Het gebied wordt gekenmerkt door kreken en mangroven waarin veel vogels nestelen. Het binnenland beslaat 80 procent van Suriname en bestaat voornamelijk uit ondoordringbaar en ongerept tropisch regenwoud.Voor een reis naar Suriname dient u voorzorgsmaatregelen te nemen. In het binnenland van Suriname heerst malaria; een malariakuur is dus vereist. Verder dient u gevaccineerd te worden tegen o.a. geelzucht, tyfus en tetanus. In het binnenland zijn ook insecten die voor het nodige ongemak kunnen zorgen. Zandvlooien bijvoorbeeld nestelen zich onder de huid van de voet om daar eitjes te leggen en moeten op de juiste manier worden verwijderd. Om dit te voorkomen doet u er goed aan altijd en overal schoenen of bijvoorbeeld slippers te dragen. Verder zijn er grasluizen, muggen en bijen die ongemakken, onder andere diarree, tijdens de reis kunnen veroorzaken. De medische hulp in Suriname is goed, de meeste artsen hebben hun opleiding in Nederland voltooid.
Districten
Suriname is in tien districten onderverdeeld. Het belangrijkste district is Paramaribo. Langs de kust, van oost naar west, liggen de districten: Marowijne, Commewijne, Saramacca, Coronie en Nickerie. Deze districten worden met elkaar verbonden door de kustweg die loopt van Albina (oost) naar Nickerie (west). Ten zuiden van Paramaribo ligt Wanica, Para , Brokopondo en Sipaliwini.
Het landschap van Suriname kan onderverdeeld worden in drie stukken. Van zuid naar noord: Het binnenland met zijn tropisch regenwoud. Het savannegebied ligt ten noorden van het tropisch regenwoud en bestaat uit witte zandvlakten en savannebos. De kustvlakte heeft het uiterlijk van een polderlandschap, het is vrij vlak.
Bevolking/Religie
Suriname is een multiculturele samenleving. Door de slavernij en de immigratie van contractarbeiders kent het land een zeer gemengde bevolking. De Creolen, Hindoestanen en Javanen zijn de grootste bevolkingsgroepen. Daarnaast hebben ook de indianen, Bosnegers, Chinezen, Libanezen en afstammelingen van Nederlandse boeren, de Boeroes een plaats in de Surinaamse samenleving. De bevolkingsgroepen onderscheiden zich van elkaar in religieus, politiek en economisch opzicht. De creolen hadden voornamelijk administratieve functies en de hindoestanen en javanen waren oorspronkelijk in de landbouw werkzaam.
Historie
De eerste mensen in Suriname waren de indianen. De oudste vindplaats als bewijs van hun aanwezigheid dateert van 2000 jaar voor Christus. Zij leefden een nomadisch leven als jagers/verzamelaars. Later zijn zij overgegaan op een bestaan als (zwerf)landbouwers. Zij vestigden zich ergens voor een periode en verbouwden voedsel als cassave. Als de grond uitgeput was trokken de indianen weer verder. De ontdekking van Suriname vond plaats rond het jaar 1500. In 1499 ontdekte de Spanjaard Alonso de Ojeda de Guyana's. Spanje had nog niet gelijk belangstelling voor de Guyana's, zij zagen er geen economische mogelijkheden. Pas toen er geruchten rondgingen over El Dorado, een land met enorme goudvoorraden, nam de belangstelling toe. Halverwege de zestiende eeuw kwamen de Europeanen regelmatig naar de Guyana's, op zoek naar goud en om handel te drijven met de indianen.In 1651 werd Suriname gekoloniseerd door de Engelsen en in 1667 werd het na een oorlog tussen de Engelsen en de Nederlanders overgedragen aan Nederland.
Slavernij/Immigranten
Vanaf de 17de eeuw kwam het transport van slaven naar Suriname op gang. De plantagehouders hadden dringend behoefte aan arbeidskrachten. De West Indische Compagnie heeft hier een grote rol in gespeeld. De plantagelandbouw steunde tot de afschaffing van de slavernij geheel op de arbeidskracht van slaven. In 1863 werd de slavernij ook door het Nederlandse parlement verboden, nadat het in Engeland al in 1808 werd verboden. De behoefte aan arbeidskrachten op de plantages bleef echter onverminderd groot en Nederland week nu uit naar Brits en Nederlands Indië om Hindoestaanse en Javaanse contractarbeiders naar Suriname te halen.
-